“Roots Never Die”: Een Palestijnse boer herplant hoop in het puin van zijn olijfgaard
In de rustige heuvels ten oosten van Ramallah, in het dorp Abu Falah, keerde Sameer Shoman deze week terug naar het stukje aarde dat zijn familie al generaties lang koestert. Maar wat hij aantrof, was geen olijfoogst — het was een scène van vernietiging.
Alle olijfbomen die hij van zijn voorouders had geërfd, waren omgehakt. Niet beschadigd, niet gedeeltelijk — volledig vernietigd. De grond, ooit rijk en geurend naar olijfolie en herfst, lag kaal en verwoest. De aanval vond plaats in een gebied waar recentelijk een Israëlische nederzettingsoverpost is opgericht, en waar geweld tegen Palestijnse boeren helaas geen uitzondering is, maar een patroon.
“Ik zal opnieuw planten. Want wortels sterven nooit.”
Sameer (47) is geen politicus, geen activist op papier — hij is een boer. Zijn wapen is een schop, zijn erfenis is de aarde. En toch staat hij nu midden in een strijd die veel groter is dan hemzelf: de systematische aanval op Palestijns land, cultuur en verbondenheid met de grond.
Zijn bezoek maakte deel uit van een beschermde oogstcampagne, georganiseerd door lokale inwoners en internationale vrijwilligers. Onder begeleiding van Israëlische soldaten — die beweren “veiligheid te handhaven” — probeerden boeren zoals Sameer alsnog toegang te krijgen tot hun velden. Maar voor hem was het te laat voor olijven. Het was tijd voor rouw… en daarna: vastberadenheid.